Topmanagers bij de federale overheid, de link tussen beleid en dienstverlening
Laura Szabo, Voorzitster van het directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken, heeft jarenlang ervaring in verschillende leidinggevende functies binnen haar departement : ‘Hoe hoger je klimt, hoe meer verantwoordelijkheden en hoe groter de hefboom. Dat doet je engagement groeien, en ook je trots.’
Vincent Mahieu, Adjunct-administrateur-generaal van de Federale Pensioendienst, voelt die fierheid ook. ‘Als Openbare Instelling van Sociale Zekerheid geven we beleidsondersteuning aan de beleidsmakers, maar staan we voornamelijk met onze beide voeten in het veld ten dienste van de burgers en ondernemingen. Zo voel je goed dat wat je doet maatschappelijke relevantie heeft.’
Regels en creativiteit
Aan ambtenarij kleven nog steeds veel vooroordelen, bijvoorbeeld dat het er traag aan toe gaat door logge procedures. ‘We werken met overheidsgeld, dus het is normaal dat we strikte regels moeten volgen’, zegt Szabo. ‘De budgettaire soepelheid is niet altijd aanwezig, maar net daardoor zie ik heel wat creativiteit, flexibiliteit en hardwerkende mensen.’
Het beeld van een bureau vol papieren dossiers is achterhaald, benadrukt Mahieu. ‘Onze werkomgeving en processen zijn enorm gedigitaliseerd en geoptimaliseerd.’ Naast digitalisering heeft de overheid de voorbije jaren ingezet op modern management, voegt Szabo toe. ‘We hebben een sterke visie die wordt vertaald in plannen. Daarbinnen bewegen we met veel flexibiliteit. Bij elke verandering in de maatschappij - een crisis, een nieuw accent vanuit de politiek - passen we ons aan.’
Maar de perceptie is niet altijd mee. ‘We werken vaak in de schaduw. Weet dat er achter een minister die dagelijks met nieuwigheden komt een heel ondersteunend team ambtenaren staat’, aldus Szabo.
Idealisme en realisme
Het is die verantwoordelijkheid en maatschappelijke relevantie die een job als topmanager zo boeiend maakt. ’Het gaat niet over je eigen ego en een mooi loon’, zegt Szabo, ‘maar over wat je kan realiseren voor de maatschappij en de voldoening die je eruit haalt.’
‘Het helpt om een goede balans te vinden tussen idealisme en realisme’, antwoordt Mahieu op de vraag wat van iemand een goede topmanager maakt. ‘Je bent onderhevig aan veel factoren: sociale partners, parlement, ministers en maatschappelijke tendensen. Je moet realistisch blijven binnen het kader, de middelen en de mogelijkheden die je krijgt, en toch het ideaal nastreven.’
Diversiteit
Is een job als topmanager onbereikbaar? Zeker niet. ‘Solliciteren is laagdrempelig en de selectieprocedures objectief. Het is een job voor iedereen die er de competenties en de motivatie voor heeft.’ De nadruk ligt op ‘iedereen’, ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst of beperking. ‘Als ik rond me kijk, zie ik maar weinig belemmeringen’, zegt Szabo.
Vincent Mahieu knikt. Hij is zelf rolstoelgebruiker, maar ervaart dat niet als een rem in zijn carrière bij de federale overheid. ‘Je moet de kansen wel zelf grijpen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ze mij hebben geselecteerd door mijn beperking. Wel omdat ik de competenties en talenten heb. En ik ben ervan overtuigd dat elke persoon die bezit.’
‘Die diversiteit in de overheidsdiensten is een verrijking. Als er alleen maar mensen zijn met dezelfde ideeën en invalshoeken, heb je slechts één blik. Diversiteit zorgt voor verrijkende resultaten’, vindt Mathieu. ‘Het is belangrijk dat we de maatschappij weerspiegelen’, besluit Szabo. ’Dat geeft het vertrouwen aan de burgers dat we in alles wat we doen rekening houden met de diversiteit van de samenleving.’
Het gaat hier niet over je ego en een mooi loon, wel over wat je kan realiseren voor de maatschappij en de voldoening die je eruit haalt.